Bij een groep horen
In de krant van zaterdag 2 maart (Trouw) stond een zeer goed leesbaar verhaal over integratie. Als integratie niet lukt, komt dat dan door discriminatie? Of zijn er andere factoren die een rol spelen.
De auteur, socioloog Ruud Koopmans, laat om te beginnen zien dat discriminatie zeker een rol speelt. Kijk maar hoe er gereageerd wordt op identieke sollicitatiebrieven, waarvan alleen de achternaam verraadt wat de achtergrond van de sollicitant is.
Maar op basis van zeer uitvoerig onderzoek in een aantal Europese landen kan worden aangetoond dat andere factoren nog belangrijker zijn. De auteur somt op:
1e. het spreken van de taal. Hoe perfecter de taalbeheersing, hoe groter de kans op een succesvolle integratie (gemeten in het vinden van werk);
2e. het beschikken over een netwerk van vrienden en kennissen buiten de kring van de eigen etniciteit;
3e. het lezen van Nederlandse kranten en bladen;
4e. voor meisjes: niet te vroeg trouwen, na het huwelijk niet alleen maar voor het gezin zorgen;
5e. de grootte van het gezin waar je in opgroeit (met hoe meer kinderen je de aandacht en ondersteuning van je ouders moet delen, hoe nadeliger dit kan uitpakken).
De auteur noemt dit allemaal ‘culturele factoren’ en hij stelt dat die belangrijker zijn dan de factor discriminatie.
Dat deed mij denken aan de Islamitische basisscholen. Deze scholen maken gebruik van de vrijheid van onderwijs en richten scholen in op basis van hun Islamitische levensbeschouwing en cultuur. Ik kan me goed voorstellen dat dit voor de identiteitsontwikkeling van kinderen veel kansen biedt. Je hoort bij een groep en daar kun je (voor een deel) je identiteit aan ontlenen. Bij een groep horen kan voor verbinding zorgen. Je kunt aangesproken worden op je verantwoordelijkheid voor de groep, waardoor je het gevoel ontwikkelt nodig te zijn. En ieder kind heeft het nodig om nodig te zijn.
Toch zit er een keerzijde aan groepsbinding, lijkt me. Er is namelijk ook een wereld buiten de groep. Hoe verhoudt je je daartoe? Hoe zorg je ervoor dat er geen wij-zijdenken ontstaat? Cruciaal is volgens mij dat het versterken van de identiteit van leerlingen via het groepsgevoel altijd gelijk op gaat met aandacht voor diversiteit, voor de ander en voor de andere groep. Hoe homogener de groep, des te belangrijker wordt de nadruk op diversiteit. Voor scholen met een uitgesproken identiteit maar ook voor veel kleine schooltjes op het platteland of voor scholen met weinig diversiteit lijkt me dit een belangrijke opgave. Want integratie moet van twee kanten komen.
Een mooi voorbeeld hoorde ik onlangs over leerlingen van een Islamitische basisschool, die op bezoek gingen bij ouderen in een verzorgingshuis. De kinderen en de ouderen vertelden elkaar verhalen, van welk eten ze hielden en hoe hun dag eruit zag. Een prachtig voorbeeld van burgerschapsonderwijs, identiteit en diversiteit in één activiteit.